Bouwen hartje stad: hoe gaat dat (goed)?
coördinator omgevingsveiligheid
Tachtig bouwbusjes die tussen 6.00 en 7.00 uur een plekje zoeken. Vrachtwagens die af en aan rijden. Joekels van kranen die hijsen en draaien. En dat midden in het centrum? Dat schreeuwt om een uiterst zorgvuldige aanpak.
Die aanpak krijgt vorm dankzij het BLVC-kader, wat staat voor Bereikbaarheid, Leefbaarheid, Veiligheid en Communicatie. Welbekend in steden als Amsterdam, Utrecht, Rotterdam en Den Haag, maar in Oss nog niet. Het is de eerste keer dat deze methodiek hier wordt toegepast. Uniek én noodzakelijk om hartje stad te bouwen. Bas Timmers neemt je mee in deze materie.
Leg eens uit: waarom is dit zo bijzonder?
“In Oss, en eigenlijk in heel Brabant, zijn we gewend om vanuit een Veiligheids- en Gezondheidsplan (V&G) of Bouwveiligheidsplan te werken. Vaak is dat knip- en plakwerk. En bovendien zijn deze veel minder uitgebreid dan een BLVC-plan. Om je een idee te geven: in een V&G behandelen bouwers vijf punten, in een Bouwveiligheidsplan tien en in een BLVC-plan vijfentwintig.”
Waarom is zo’n plan anders niet nodig, maar nu wel?
“Dit is natuurlijk andere koek dan een woonwijk aan de rand van Berghem. Het gaat hier om binnenstedelijke hoogbouw, waarbij het leven eromheen gewoon doorgaat. En dit project ook. De komende drie jaar…”
coördinator omgevingsveiligheid
Hoe bepaal je de invulling van het BLVC-kader?
“Eigenlijk baseren we alles op drie wetten. De belangrijkste is de omgevingswet, die in dit geval opkomt voor bewoners, winkeliers en centrumbezoekers. Bouwbedrijven zijn te gast in een gebied; dat moeten we zo min mogelijk verstoren. Ook is de wegenverkeerswet van belang. Deze verplicht bijvoorbeeld om te kijken of verkeersregelaars ingezet moeten worden. Tot slot is de klimaatwet leidend, zodat de CO2-uitstoot zoveel mogelijk wordt beperkt.”
Wat is jouw rol?
“Ik ben verantwoordelijk én onafhankelijk. Als een soort scheidsrechter sta ik tussen overheden, de ontwikkelaar, de aannemer, onderaannemers, overheden, de winkeliers, bewoners én scholieren in. Voordat het eerste fluitsignaal klinkt, zorg ik ervoor dat alle regels helder zijn. En ook worden nageleefd. Voor mij is er maar één belang: het gebiedsbelang. Want nogmaals, de omgeving moet zo min mogelijk hinder van de bouw ervaren.”
En iedereen mag bij jou aankloppen?
“Gerust, ik ben ervan. Mensen kunnen contact opnemen via deze website, maar mogen me ook op straat aanspreken.”
Wat zijn je allerbelangrijkste taken?
“Er komt heel wat bij kijken, maar het begint allemaal met de perimeter, de bouwomheining. Deze plaatsen we zeer zorgvuldig. Daarnaast is het belangrijk om alle logistieke bewegingen in beeld te brengen. Én deze zoveel mogelijk te beperken. Dat betekent bijvoorbeeld dat bouwlieden ergens anders parkeren, dat ze soms op andere tijden werken en dat de aanvoer van materiaal en materieel gebundeld wordt.”
coördinator omgevingsveiligheid
Wat scheelt deze aanpak?
“Normaalgesproken zijn er bij een project als Walkwartier een slordige 80.000 bewegingen. Met deze aanpak kunnen we dat beperken tot nog geen 12.000. En minder bewegingen betekent: minder overlast, ongevallen en CO2-uitstoot. Uiteindelijk zorgt dit ook voor meer werkvreugde, want bouwlieden kunnen efficiënter werken.”
Heb je vaker met dit bijltje gehakt?
“Absoluut. In de Randstad heb ik gewerkt aan enorme projecten, zoals Arenapoort, Feyenoord City en Zuidas. Voor je beeldvorming: deze klussen zijn van een ander volume, wel tien keer groot als Walkwartier.”
Is Walkwartier daardoor minder uitdagend?
“Alle behalve. Hier is BLVC compleet nieuw en elke klus is anders. Zo’n kader is echt op maat gemaakt. Ook is het geweldig om dit werk in eigen regio te doen. Ik kom uit Berghem, dus ik fluit een thuiswedstrijd!”
