Circulair slopen: alles een tweede leven, behalve asbest
Op een kleine vijftig meter van het Walkwartier is het appartementencomplex Vista Titus gebouwd. Deze valt op vanwege de bijzondere stenen, een glurende Titus Brandsma én het hout dat op de gevel is verwerkt. Wat geen Ossenaar weet: deze planken waren in een vorig bestaan balken in een pand in de Zuid-Hollandse plaats De Lier.
“Hier worden we écht blij van”, jubelt Tijs Gubbels van het gelijknamige sloopbedrijf uit Helvoirt. Hij weet namelijk als geen ander waar dit hout vandaan komt. “We hebben deze balken zelf uit het oude gebouw gehaald. Dat we nu iets verderop bezig zijn met het Walkwartier, is puur toeval. En mooi, want zo zien we de herbestemming met eigen ogen.”
Primair hergebruik
Circulair slopen, zo heet deze aanpak. Een werkwijze die Gubbels ook voor het Walkwartier toepast. Tijs legt uit hoe ze dit doen. “Sommige materialen worden primair hergebruikt, zoals de aluminium deuren van lunchzaak Hoofdstuk 2, de houten vloeren uit verschillende panden en de lichtspots van V&D. Net als alle stalen trappen en poorten. Deze spullen krijgen direct vanaf de sloop een tweede leven.”
Uitvoerder en toekomst eigenaar van Gubbels
Vaak verkoopt Gubbels de materialen aan vaste handelaren, maar ook particulieren en andere organisaties kloppen aan. “Zo zijn de standaarden van de V&D-vlaggenmasten naar de Osse jeu de boules-vereniging gegaan”, aldus Tijs. “Dit kost ons wel wat tijd, maar we vinden het mooi om aan dit soort verzoeken mee te werken. En belangrijk bovendien.”
Van ‘afval’ naar MDF en betongranulaat
Alles wat níet direct wordt hergebruikt, wordt – op het asbest na – bij de bron gescheiden. Daarna gaat het de molen in voor secundaire recycling. Op de bouwplaats liggen dan ook gesorteerde hopen restmaterialen. “Deze stapel hout wordt samengeperst tot MDF-plaatwerk”, wijst en vertelt Tijs. “En van het betonpuin dat nog komen gaat, maken we schoon granulaat. Dit vervangt grind in betonmortel, zelfs voor zware constructies. En het asbest? Dat stoppen we in Nederland helaas nog steeds onder de grond…”
Met de paplepel
Tijs wordt vrolijk van circulair slopen, want hij vindt het zonde als bruikbaar materiaal zomaar naar de stort gaat. Dit is ‘m met de paplepel ingegeven, want zijn opa is er al mee begonnen. “Eigenlijk doen we dit al sinds 1958, maar tegenwoordig veel bewuster”, legt de derde generatie Gubbels-slopers uit. Tijs neemt – samen met z’n neef Martien Gubbels – het stokje over van zijn vader en oom. “Het zit er gewoon in. Zo heeft mijn vader hout hergebruikt bij de bouw van z’n woonhuis. En ook de vergadertafels op ons kantoor zijn van hout dat van een sloopproject afkomt. Nu zijn het producten met een verhaal. Prachtig toch?!”
Uitvoerder en toekomst eigenaar van Gubbels
Certificaat Circulair Slopen
Anders dan in de vorige eeuw hangt er nu wel een label aan deze manier van slopen. Sterker nog: dit weegt steeds zwaarder, omdat de circulaire economie een vlucht moet nemen. Volgens Tijs is het Walkwartier een schoolvoorbeeld van hoe het in de toekomst overal zou moeten. “Het is een arbeidsintensieve aanpak, waar we vaak niet de tijd en ruimte voor krijgen. Maar van de gemeente Oss krijgen we dat wél. Hier halen we zelfs het certificaat Circulair Slopen binnen.”
Uitvoerder en toekomst eigenaar van Gubbels
Tijs verwacht dat die ruimte er bij projecten steeds meer komt. Maar toekijken en daarop wachten, wil hij liever niet. “Bij elke verandering heb je pioniers nodig; wij zijn dat op dit vlak. Aan ons de taak om bewustzijn te creëren, onder meer met de voorbeelden uit dit verhaal. In mijn ideaalplaatje is onze rol nog groter. Bij herbouw bijvoorbeeld kom ik het liefst al vóórdat de architect gaat tekenen in beeld. Dan kunnen we een plan maken om het materiaal uit het oude pand te gebruiken in het nieuwe gebouw. Dit zou de cirkel nóg korter maken.”