Dok’s kunsten: knikken en knakken
Als Dok architecten één ding niet heeft gedaan, is het zichzelf inhouden. Het resultaat: een juweel op tekening. En zeer waarschijnlijk: het monument van de toekomst. Dok’s kunsten is een driedelige serie, waarin architecten van het Amsterdamse bureau over het ontwerp vertellen. Hun uitleg maakt het Walkwartier nóg bijzonderder.
In deel 1 nemen Liesbeth van der Pol en Patrick Cannon je mee in het ‘knikken en knakken’ van de gevels en de vele details die daarop te vinden zijn. Met de stadshistorie als ultieme inspiratiebron.
Terug naar de Romeinse tijd
“We waren eropuit om Oss meer waardigheid te geven”, steekt Liesbeth van wal. “Vooral door een gevoel van trots aan te wakkeren op het rijke verleden. Dit gaat immers helemaal terug naar de Romeinse tijd, waarin de stad een soort Vinex-locatie van Nijmegen was. Zeer bijzonder, want slechts een aantal Nederlandse plaatsen had toen al een functie. Bovendien is veel later, in 1751, bijna de hele stad door brand verwoest. En ook zijn in de jaren ’80 veel gebouwen gesloopt. Een deel van de geschiedenis in ere herstellen… dit verdient de stad dus écht.”
Eigenaar bij Dok architecten
“Het knikken en knakken – de verspringingen in de gevels – vond haar oorsprong in de Middeleeuwen”, vertelt Patrick verder. “In die periode vormden straten namelijk driehoeken, dus met een buiging erin. Dit is altijd zichtbaar gebleven in het stratenpatroon. Kijk maar eens naar de wegen die naar De Heuvel leiden; deze hebben allemaal een knik. Voor ons was dit een zeer bruikbaar element, want we wilden een plek creëren die niet gedomineerd wordt door een groot gebouw.”
Steeds een nieuw perspectief
“De verspringende gevels hebben we in 2018 als eerste toegevoegd aan het bestaande ontwerp van bureau VOCUS”, herinnert Liesbeth zich. “Hierdoor is de architectuur veel diverser geworden en het bouwwerk zachter van vormgeving. Dit komt omdat door het knikken en knakken ruimte ontstaat voor bijvoorbeeld kleine pleintjes met bomen en terrassen. En ook de beleving verandert hierdoor.”
Eigenaar bij Dok architecten
Patrick: “Als centrumbezoekers straks een wandeling om het Walkwartier maken, krijgen ze elke vijf à zes meter een nieuw perspectief. Steeds trekken andere dingen de aandacht. Telkens een wisselend uitzicht. Knikt de gevel naar binnen? Dan ligt de focus op die pleintjes of bijvoorbeeld op de entrees van het Warenhuis. Knakt-ie naar buiten? Dan kom je plots heel dicht bij de bijzondere architectuur.”
Ongegeneerd gepikt
“Voor deze unieke gevelonderdelen hebben we ongegeneerd gepikt van panden die ooit gesloopt zijn”, neemt Liesbeth enthousiast over. “De iconische gevel van Koekfabriek de Ster komt bijvoorbeeld twee keer prominent terug in het ontwerp. Wat subtieler, en wellicht ook minder bekend, zijn de onderdelen van het Jurgenscomplex, zoals hieronder op de foto's te zien is. De ronde bogen, het metselwerk en de charmante versieringen: het Walkwartier zit straks vol verwijzingen naar de geschiedenis. We hebben echt uit de ‘geest van het beest’ getapt, maar hebben er natuurlijk wel een eigen draai aan gegeven.”
“Mensen moeten straks vaker komen om alle details te ontdekken”, benadrukt Patrick tot besluit. “Het is een romantisch project en een woest gebouw. En dan hebben we het nog niets eens over de woontoren en de vier unieke hoekgevels gehad… Dat doen onze collega’s. Wordt vervolgd!”